Volumes vervoeren via een combinatie van modaliteiten met het spoor als spil: er is nog veel te winnen. We spreken met verladers die de switch al hebben gemaakt. Waarom kiezen ze voor intermodaal en wat zijn de uitdagingen? Deze keer aan het woord, Wilco de Zwart van Outokumpu.
Tekst: Marco Barneveld
De geschiedenis van roestvrijstaal gigant Outokumpu gaat al een tijdje terug. Het begon in 1910 met de ontdekking van koper in Kuusjärvi, Finland. Dat koper werd ontdekt op een heuvel met de naam Outokumpu, wat letterlijk ‘vreemde heuvel’ betekent. In de loop der jaren heeft het bedrijf verschillende metalen gedolven en geraffineerd tot het zich in het begin van deze eeuw volledig gingen richten op roestvrij staal. Sinds de overname van Inoxum GmbH in 2012 is Outokumpu een van de drie grootste roestvrijstaalproducenten in Europa.
Sinds achtentwintig jaar is het bedrijf gevestigd in North Sea Ports in Terneuzen, de derde grootste haven van Nederland. De locatie is ideaal om klanten in heel Europa te bedienen via water, weg en spoor. We gingen in gesprek met Wilco de Zwart, Sector Manager Logistics, over zijn ervaringen met intermodaal vervoer.
Wanneer zijn jullie begonnen met intermodaal vervoer?
“Sinds een jaar of 15 versturen we een groot volume intermodaal vanaf Terneuzen, onder andere via Antwerpen, Gent en enkele andere terminals. We vervoeren met name het Noorden van Italië, het Oostblok en Oostenrijk. Daarbij maken we gebruik van vervoerders die via weg en spoor onze klanten bedienen. Zeventig procent van het volume richting Italië doen we intermodaal, voor Oost-Europa en Oostenrijk is dat ongeveer vijfenveertig procent. We werken met meerdere vervoerders die onze belangen behartigen. Daarmee maken we prijsafspraken voor een vastgestelde periode.”
Wat zijn jullie beweegredenen voor intermodaal vervoer?
“Er zijn meerdere beweegredenen. Milieutechnisch is het beter. Minder uitstoot door trucks door ze van de weg af te halen en op het spoor te zetten. Maar dat is niet de enige reden. We zien ook meerdere praktische redenen. Een daarvan is dat je via deze modaliteit een hogere payload kunt laden per truck/unit: ongeveer twee ton meer per oplegger ten opzichte van het traditionele weg vervoer. Dat lijkt niet veel, maar op jaarbasis heb je daardoor een fiks aantal minder trucks nodig bij het tonnage wat wij versturen. Daarnaast zijn er steeds minder chauffeurs beschikbaar in West-Europa. De Brexit, en ook Covid, hebben hier nog een extra zetje aan gegeven. Dit vraagt om andere oplossingen voor bedrijven.”
Is het tevens goedkoper om via het spoor te opereren?
“Ja. Er zit zeker verschil in. Maar de transit tijd is wel langer dan rechtstreeks over de weg. Er zit een break-even-point op. Intermodaal transport heeft op dit moment voor ons alleen een voordeel als je lange afstanden moet overbruggen. Vanuit Zuid-Nederland naar het Ruhrgebied, bijvoorbeeld, is zowel qua kosten als tijd technisch niet aantrekkelijk. Maar als je, zoals in onze situatie, van Zuid-Nederland naar Noord-Italië vervoert dan is het wel aantrekkelijker dan met de vrachtwagen.”
Wat is de grootste uitdaging van deze vorm van vervoer?
“Weersomstandigheden. Dat is de eerste bepalende factor die in me opkomt. Als alles goed gaat, is een transport binnen vier dagen in Noord-Italië via dit systeem. Maar dat lukt niet altijd. Vanaf hier naar Italië moet je door een gebergte. In de winter en in periodes van regenval heb je al snel issues: sneeuwval, overmatige regen. Sommige trajecten zijn dan onbruikbaar en de treinen moeten omgeleid. Dat is een uitdaging. Uiteindelijk is de grootste uitdaging dat er vaak geen alternatieven zijn wanneer dat gebeurt. Omdat de rest van het spoor vol zit. Dat probleem dient zich niet alleen aan bij weersomstandigheden, maar ook bijvoorbeeld bij stakingen. Er is minder flexibiliteit dan bij vervoer puur over de weg, maar ja, het is wel beter voor het milieu, beter voor de drukte op de weg, meer tonnage en ga zo maar door.”
Wat kan er verbeterd worden om intermodaal transport aantrekkelijker te maken?
“Uitbreiding van het netwerk en de terminals. Of ik nu naar vervoerder A, B of C ga, uiteindelijk kom je bij dezelfde terminals uit. Onze klanten liggen in een bepaald gebied dus proberen ze allen om zo dicht mogelijk bij de klant uit te komen met de trein. We zitten altijd met een stukje voor -en natransport. Hoe korter dat stuk is, des te beter het voor iedereen. Niet iedere terminal heeft (nog) de mogelijkheden om het transport uit te breiden. Voor ons transport kunnen we kiezen uit vijf of zes terminals bij ons in de buurt die het aantrekkelijk houden om deze modaliteit te gebruiken. Maar dat is het dan ook wel. Uitbreiding van het aantal vertrekken vanuit de terminals zou mooi zijn, Daarnaast kom je ook weer bij die flexibiliteit uit. Wanneer er nu wat misgaat, bijvoorbeeld omdat er een tunnel instort, dan lukt het bijna niet om een andere route te vinden. Alles zit nokvol. Dus uitbreiding van het netwerk verdient zeker ook aandacht.”
Voor welke bedrijven is intermodaal vervoer aan te raden?
“Mijns inziens is volume wel een vereiste. Een vervoerder boekt een bepaald aantal plaatsen op een trein gebaseerd op een bepaald volume. Dat volume bepaalt de prijs. Hierbij is ook van belang om een juiste partner voor je goederen te vinden, die je de juiste service verleent. Maar voor iedereen is er wel een mogelijkheid om intermodale transporten uit te voeren. Ieder bedrijf dat nog steeds enkel per truck over de weg grote volumes vervoerd, zou in de mogelijkheden van intermodaal moeten duiken om te kijken wat er voor hen mogelijk is.”
Poll
Poll 1: meer gebruik SGV
Op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Neem contact op
Heb je vragen over het initiatief Rail Freight, The Future is Ours? Wil je ambassadeur worden? Of overweeg je om goederen per spoor te vervoeren? Neem dan contact met ons op. Laat een bericht met jouw gegevens achter en we nemen binnen 2 werkdagen contact met je op.